Overeenstemming wetsvoorstel Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling
Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben overeenstemming bereikt over het in procedure brengen van het wetsvoorstel voor de Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO). In de afgelopen maanden hebben verschillende gespreksrondes plaatsgevonden tussen de partijen over de adviezen van de Raad van State en de Caribische Raden van Advies. De gesprekken verliepen in goede sfeer en waren constructief. Uiteindelijk is consensus bereikt.
Staatssecretaris Raymond Knops: 'De afgelopen maanden hebben we als landen binnen het Koninkrijk intensieve gesprekken gevoerd en er is stevig onderhandeld. Ik ben blij dat we het nu samen eens zijn over het wetsvoorstel, dat ervoor gaat zorgen dat de financieel-economische weerbaarheid van Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt vergroot. Het is het fundament onder de langjarige samenwerking die we met elkaar hebben afgesproken.'
Minister-president van Sint Maarten, Silveria Jacobs: ‘De regering van Sint Maarten is verheugd dat de broodnodige wijzigingen zijn doorgevoerd voor de voorgestelde Rijkswet. De afgelopen vier maanden zijn er veel discussies en samenwerking geweest om tot dit punt te komen. Sint Maarten kijkt er dan ook naar uit om de relatie tussen alle koninkrijkspartners verder te versterken in het belang van onze mensen.'
Minister-president van Aruba, Evelyn Wever-Croes: ‘De afgelopen periode was een moeilijke en leerzame periode. Als land hebben wij met volle overtuiging aan de onderhandelingstafel gezeten om zo het beste resultaat voor onze inwoners te creëren. Onze instituten zijn doorslaggevend hierin geweest. Er ligt nu een wetsvoorstel waarbij wij als landen binnen het Koninkrijk kunnen aantonen dat wederzijds respect, samenwerking en bestendigheid, de bouwstenen zijn van ons Koninkrijk.’
Minister-president van Curaçao, Gilmar Pisas: ‘Ik spreek mijn dank uit aan de ambtelijke teams, die op basis van de adviezen van de Raad van State en de Raden van Advies het voorstel van rijkswet dusdanig hebben aangepast dat het voorstel recht doet aan onze autonomie, en betere financiële en sociale perspectieven biedt aan het volk. Het volk staat bij ons op de eerste plaats. Het aangepaste wetsvoorstel laten wij nogmaals toetsen door onze Raad van Advies en later zal het parlement zich ook over de inhoud buigen. Met de voortzetting van de hervormingen en het ombuigen van de krimpende economie, verwachten wij dat de effecten spoedig zichtbaar zijn voor het volk’.
De afspraken
Naar aanleiding van het advies van de Raad van State van het Koninkrijk en de Raden van Advies en de gesprekken tussen de partijen zijn er een aantal wijzigingen aangebracht in het wetsvoorstel.
Bevoegdheden COHO
Het eigenaarschap van de landen voor de hervormingen wordt in het wetsvoorstel vergroot. Zo zijn ze verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van de plannen van aanpak. De bevoegdheden van het COHO beperken zich tot het ondersteunen van en het houden van toezicht op de hervormingen. De landen zullen bovendien worden betrokken bij de op te stellen beleidsregels van het COHO.
Rol ministerie BZK
De rol van het ministerie van BZK richt zich op de uitvoeringsagenda die door het COHO samen met de landen wordt opgesteld. BZK kan aanwijzingen geven aan het COHO wanneer er indicaties zijn dat met de uitvoeringsagenda buiten de grenzen van het landspakket wordt getreden. Met deze bevoegdheid zal terughoudend worden omgegaan.
Financieel toezicht en geldleningen
In het aangepaste wetsvoorstel wordt het verscherpt financieel toezicht vervangen door een begrotingstoets die wordt uitgevoerd door het College (Aruba) financieel toezicht. Het college gaat toetsen of de concrete activiteiten in de uitvoeringsagenda op een verantwoorde wijze zijn vertaald naar de begroting. Daarnaast wordt getoetst of in de begroting elementen zijn opgenomen die het landspakket doorkruisen. Het COHO houdt hierop geen toezicht, dat doen de financiële toezichthouders via verruiming van het reeds bestaande begrotingstoezicht.
Benoeming bestuursleden
Voor de samenstelling en benoeming van het COHO-bestuur is een compromis bereikt waar alle landen zich in kunnen vinden. Van de drie leden van het bestuur zullen ten minste twee leden, waaronder de voorzitter, aantoonbaar affiniteit hebben met de Caribische landen binnen het Koninkrijk. Naast de benoemingscriteria is ook overeenstemming bereikt over de benoemingsprocedure, waarbij de landen de benoemingsadviescommissie vormen.
Het proces
Het wetsvoorstel waarover de partijen overeenstemming hebben bereikt wordt op 3 september a.s. besproken in de Rijksministerraad. Na akkoord van de Rijksministerraad kan het voorstel worden ingediend bij de Tweede Kamer en de parlementen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Op dat moment wordt het wetsvoorstel openbaar.